Jules de Corte – Ik zou wel eens willen weten.

Vorige week aangevraagd door Marlou en dit weekend de Gouden terugblik.
De artiest is “Jules de Corte” en die werd op 29 maart 1924 in Deurne geboren, hij was het zesde kind van twaalf in het gezin van Anna van Eijk en Peer de Corte, een familie van Belgische
immigranten uit Ruddervoorde.
Kort na zijn eerste verjaardag werd hij blind als gevolg van een middenoorontsteking.
Vanaf driejarige leeftijd bracht hij zijn jeugd door in de R.K.-Blindengestichten te Grave.
Daar kreeg hij een strenge opvoeding en een degelijke middelbare schoolopleiding die werd aangevuld met de in die tijd voor blinden gebruikelijke opleiding tot borstelmaker en
stoelenmatter.
Ook kreeg hij piano- en orgelles en was hij al jong de organist in de kerk van Grave.
Tijdens de lessen bleek echter zoveel aanleg te hebben voor muziek dat hij in staat was daarvan zijn beroep te maken.
Op achttienjarige leeftijd beseft hij dat hij zijn hele leven niet onvrijwillig in het klooster
wil doorbrengen en besluit hij het instituut te verlaten zodra de kans daar was.
Aan het eind van de tweede wereldoorlog, toen Canadese soldaten werden ingekwartierd en hij hen ’s avonds bij hun zang begeleidde besloot hij hoe dan ook voorgoed te vertrekken en in
augustus 1945 deed hij dat dan ook.
Terwijl hij in Delft logeerde bij de ouders van een schoolvriend, ontdekte hij dat hij met
musiceren in zijn levensonderhoud kon voorzien en vestigde zich daar dan ook.
Overdag was hij kerkorganist, gaf pianoles en studeerde voor zijn muziek staatsexamen en in de avonduren speelde hij piano op bruiloften, partijen of danslessen.
Hij ronde zijn opleiding tot muzikant na nog privélessen te volgen in 1949 af met het
Staatsexamen Muziek.
Tot 1956 voorzag hij in zijn levensonderhoud door piano te spelen op bruiloften en partijen en tot 1947 door het begeleiden van cursussen op een dansschool.
In 1946 deed Jules de Corte auditie bij de KRO met pianospel, maar werd aangenomen op
het zelfgeschreven liedje dat hij na afloop zong.
Vanaf 1947 werkte hij mee aan het populaire programma ‘Negen heit de Klok’ samen met
Jan de Cler” en “Alexander Pola”.
Zo trad hij regelmatig op voor de radio onder andere in het maandelijks programma “Roulette”.
Hij schreef honderden liedjes voor onder meer K.R.O. radio en trad gedurende vele jaren met zijn solo programma op in vele verschillende theaters.
Hij was daarnaast op zondag kerkorganist en begeleidde in Helenaveen de Nederlands-hervormde gemeente de gemeentezang op een Ruifharmonium dat tegenwoordig in het
Harmonium Museum Nederland in Barger-Compascuum staat.
Nadat hij in 1953 grote landelijke bekendheid verwierf met een gezongen verslag bij
Johan Bodegravens” inzamelingsprogramma met het lied “Beurzen open, dijken dicht” voor hulp aan de slachtoffers van de watersnoodramp, werd hij een veelgevraagde artiest.
In 1955 bracht hij zijn eerste 78-toeren-grammofoonplaatuit met “De vogels” uit,
gevolgd in hetzelfde jaar door zijn eerste EP-single met “Ik zou weleens willen weten”.
Dat lied bleek goed voor een gouden plaat en leverde hem een vast contract op bij de K.R.O. met eigen programma’s.
Aansluitend debuteerde hij op 26 oktober 1955 in het radio ziekenprogramma ‘De Zonnebloem’ een lange reeks uitzendingen voor zieken door “Alex van Wayenburg”.
Van 1955 tot 1983 had hij zijn eigen wekelijkse radioprogramma’s waarvoor hij in de loop van de jaren meer dan 4.000 liedjes heeft geschreven, “Willem Duys” noemde hem dan ook terecht “De Nederlandse Schubert”.
Daarnaast trad hij meer dan dertig jaar op in theaters, jongerencentra en scholen op tot in
geheel Nederland en Vlaanderen.
Hij bracht vele grammofoonplaten uit met zijn poëtische, filosofische en maatschappijkritische liedjes daarnaast bracht ook platen uit met “Rogier van Otterloo”, “Thijs van Leer” en
Louis van Dijk”.
Hij was een voorloper van het toepassen van techniek, zo introduceerde het begrip Luisterlied en paste als eerste de techniek van het toevoegen van een geluid in een opname toe.
Zodra in 1968 de telefoonbeantwoorder zijn intrede deed was hij de eerste in Nederland vanaf februari 1971 tot februari 1983 dagelijks per telefoon één minuut te horen was op de
‘Cortefoon’, een gesubsidieerde luisterlijn met korte verhaaltjes.
Ook in boekvorm publiceerde hij liedteksten en proza waaronder:
De muze met de scherpe tong” (1963), “Een hart onder het harnas” (1981) en:
Ik ben je reisgenoot” (1994) .
Zijn teksten zijn humoristisch en speels maar ook weemoedig en soms wrang en bijna altijd met een filosofisch tintje, zoals de liefde, dood, machteloosheid en de ontoereikendheid van de mensen waren zijn belangrijkste thema’s.
In 1985 stopte hij om gezondheidsredenen met zijn carrière hij bracht de langspeelplaat
Lieder ohne Worte” en gaf een feest in zijn woonplaats Helenaveen, in de Peel.
In 1994 was er bij gelegenheid van zijn zeventigste verjaardag nog een feestconcert in de Avro studio, aangeboden door honderden vrienden en collega’s.
Hij was zijn loopbaan in 1955 begonnen met een 78-toeren-plaat en wilde zijn oeuvre
aan geluidsdragers compleet maken door er in 1990 er ook de cd met de titel “Ingelijst” aan toe te voegen.
Na jaren van afnemende gezondheid overleed Jules de Corte op 16 februari 1996 op
eenenzeventig jarige leeftijd in een ziekenhuis vanwege hartproblemen.
Hij was tweemaal gehuwd en uit het eerste huwelijk werden zijn zes kinderen geboren.
Zijn weduwe, “Thea de Corte-Dekker” heeft een aantal jaren tevergeefs een luistermuseum in zijn woonplaats Helenaveen nagestreefd.
Zij beheert thans de nalatenschap waaruit af en toe niet eerder uitgebrachte opnamen op cd of dvd worden gepubliceerd.
Zijn oeuvre werd bekroond met de Visser-Neerlandia-prijs, de Louis Davids-prijs, een
Gouden Harp, een Edison en was lid van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde.
Op 11 maart 2008 werd hij postuum onderscheiden met de Oeuvreprijs van de
gemeente Helmond.
Ter gelegenheid van die bekroning werd op 21 oktober 2008 op de hoek van de Zuid-Koninginnewal en de Lambertushof door wethouder Cees Bethlehem en schrijver Cees van der Pluijm een plaquette onthuld met de tekst van het lied ‘De Woorden’.
In 2005 verschenen op plus-cd de verzamelde liedteksten van hem
Ik zou weleens willen weten”.
In 2012 produceerden de Nijmeegse theatermakers “Guus de Klein” en “Cees van der Pluijm” een muziektheatervoorstelling met bekende en onbekende liedjes van de Corte, getiteld:
Wij Nederlanders”.
Tevens werd de bladmuziek van tweeënvijftig liedjes van hem uitgegeven onder de titel:
Wie in Nederland wil zingen”.
Er verscheen een dubbel-cd met liedjes van De Corte, afkomstig uit de radioarchieven, getiteld: “Ons Nederlandje”.
En in 2015 verscheen het boek “Tussen de Peel en Grave” met zijn jeugdherinneringen.
Dit boek is verschenen tegelijkertijd met de opening van de tentoonstelling in mei van dat jaar rond zijn persoon in het Graafs Museum.
Dit weekend komen er ook weer herinneringen boven met het lied,
‘Ik zou wel eens willen weten’ in de Gouden terugblik.

14 gedachten over “Jules de Corte – Ik zou wel eens willen weten.

  1. Lies

    En plots weet ik heel veel meer over Hem, Hans !
    ’t Blijft (ook!) een grote meneer !
    Lie(f)s.

  2. Suske

    Een interessante figuur die man.
    Leuk om weten dat zijn familie uit mijn streek afkomstig is.
    Ik was vandaag nog in de buurt van Ruddervoorde.

  3. mizzD

    Er zijn zo van die artiesten die in geen enkel hokje passen.. Jules de Corte is er voor mij zo eentje. En ik bewonder hem erom. Iedereen kent volgens mij toch wel zijn naam en ook dit nummer, toch zeker de mensen van míjn leeftijd, en zijn nummers waren toch geen meestampers of hitparade-stof. Vind ik echt knap.

  4. Marlou

    Hoi Hans,

    Ja… dank je wel voor het verhaal en het lied. Het blijft een prachtig lied van alle tijden…
    Ik word er helemaal weemoedig van!
    Vroeger, thuis, hadden wij een plaat van Jules de Corte.
    Het was onze eerste langspeelplaat en hij werd veel gedraaid op een soort van koffergrammofoon: de deksel was de luidspreker.

    Inmiddels heb ik een boek met heel veel liedjes van Jules de Corte, met de pianomuziek er bij.
    Die muziek is nog niet eens zo makkelijk om te spelen, althans voor mij.
    Jules kon dus ongelooflijk goed spelen!

    Nogmaals dank en prettig weekend!
    Marlou

Reacties zijn gesloten.