De telefooncel, wie herinnert zich die nog?
Het is voor vele echt een jeugd moment, want op vele plekken stonden telefooncellen.
Dat was in de tijd dat er nog geen mobieltjes bestonden.
Mijn zoon zei eens over telefoneren, dan gebruik je toch je mobiel, maar die waren er in
de jaren nog niet.
Met een florijn van 10 cent of te wel een duppie of dubbeltje, kon je lokaal oneindig bellen.
Na inworp van je duppie kon je via de bakelieten oude hoorn in een muffe naar sigaretten
stinkende telefooncel een gesprek voeren.
In die tijd hingen er nog telefoonboeken in de telefooncel, later zijn die ook verdwenen, omdat ze leeg werden gescheurd of gewoon in de brand werden gestoken.
Toen ik jong was belde we samen met mijn vrienden wel eens zomaar iemand op vanuit de
telefooncel.
Mede omdat we thuis geen vaste telefoon aansluiting hadden.
Dan deden we net of we van het programma ‘poets’ waren.
Misschien was het wel het begin van de cyber criminaliteit, want mensen gaven makkelijk hun gegevens aan ons, in hoop om een prijs te ontvangen.
De telefooncel, ik heb er gemengde herinneringen aan, je belde je lief, of het ziekenhuis veel
anders was het toen nog niet.
Dan vergeten we nog de mensen die bonkte op de ramen van de telefooncel omdat men het gesprek te lang vond duren.
Zo blijkt maar weer dat toen ook niet iedereen sociaal onderlegd was.

Telefooncel met telefoonboeken

Nu zonder telefoonboeken

Toen moest men wel eens op elkaar wachten.