Het was een mooie zaterdag, de zon schijnt en iedereen lijkt wel heel gelukkig te zijn.
Ik maak mijn rondje, even langs de glasbak en dan naar het winkelcentrum.
Het is er gezellig druk, mensen op terrasjes of bankje genietend van de zomer.
Zo kom ik een buurvrouw tegen, we kennen elkaar al een tijdje.
Enthousiast zegt ze, ha fijn jou weer te zien en haar hondje bevestigd dat, die herkend mij ook en vraagt gelijk aandacht van me.
Nou zeg dat is wat, jou in een schootmobiel te zien, maar gezien je verleden is het wel
begrijpelijk.
Weet je wat het is zegt ze, het is zo jammer dat mijn man aan het dementeren is.
En nu ga ik er vaak zelf maar alleen op uit met mijn hondje.
Maar mijn dochter maakte zich zorgen om mij, want ik weet niks meer uit het verleden van mijn jongere jaren.
Dus ze is met me naar het ziekenhuis gegaan en ik ben in zo’n buis gelegd.
De conclusie is dat ik blijkbaar Alzheimer blijk te hebben.
Best wel verdrietig, want ik mis de mooie dingen uit mijn leven, zoals school, verkering en ons trouwen.
Dat is wel heel verdrietig zeg ik tegen haar en dan ook nog het verdriet van uw man.
Ja, zegt ze het is niet altijd gegeven hoe je leven verloopt.
Gelukkig heb ik mijn hondje nog, die brengt me naar buiten en zorgt dat ik weer een praatje kan maken met mensen.
Maar dat hoef ik jou niet uit te legen, jij begrijpt me wel.
Ouder worden valt niet altijd mee, zegt ze soms heb ik erg veel verdriet.
Kom laat ik maar naar mijn man gaan, hij zou me nog missen.
Ze heeft me een aai over mijn schouder en zegt wat fijn je weer te hebben gesproken.
Ik hou haar hand vast en dat vind ze fijn.
Ik vind het ook een fijn gesprek en weet zeker als we elkaar weer ontmoeten dat het gesprek er weer is.
Ouderdom en een beetje liefde.