Naast het gedoe met de eieren blijkt het heel goed te gaan met de economie in ons land.
Zo blijkt in het eerste kwartaal is de Nederlandse economie op jaarbasis met liefst 3,4 procent te zijn gegroeid.
Dit is nog maar twee keer eerder voorgekomen, namelijk in 2006 en 2007 toen werd zo’n hoge groei van het bruto binnenlands product behaald.
Zo waren er in het eerste kwartaal van dit jaar vele duizenden banen meer dan in het laatste kwartaal van vorig jaar.
Maar niet alleen in banen groei is het te merken, ook in het besteden van de consument.
Die bestedingen vinden niet alleen plaats in consumentenproducten, maar ook in onroerend goed.
Want de verkoop van vakantiehuisjes is opnieuw flink gestegen.
Dat betekend dat veel mensen genoeg case geld hebben om deze besteding te doen, een hypotheek op een vakantiewoning is niet mogelijk.
Maar niet alleen vakantiewoningen zitten in de lift, ook het investeren in eigen woning.
Zo is de gemeentelijke pagina over bouwaanvragen in het lokale krantje flink uitgebreid.
Tot voorkort stonden er veel minder bouwaanvragen dan nu, soms zijn het nu twee volledige pagina’s vol met aanvragen.
Dus het moet wel goed gaan met de economische groei, maar is die er ook voor iedereen?
Of heb ik iets gemist in mijn beleving?
Categoriearchief: algemeen
Eitje.
Ooit was de slagzin: “een ei hoort erbij”. Maar dat is nu niet verstandig zegt men.
De hele toestand met het verboden middel fipronil heeft grote gevolgen,
ook voor de eierhandel blijven de gevolgen niet uit.
Maar ook de winkeliers want de schappen met eieren zijn leeg gehaald in de buurtsuup waar ik kom, dat is toch extra werk en wat doet men met de eieren?
vernietigen?
Maar ook de consument lijdt schade, die heeft het advies gekregen om de onveilige eieren maar weg te gooien.
Nu heeft de overheid het plan gevat om een noodfonds op te zetten voor getroffen bedrijven.
Wat is nu mis in deze hele toestand is het bedrijf wat de schade heeft veroorzaakt aan te pakken of daar de schade te verhalen.
Maar ook de consument kan zijn eieren niet terug brengen naar de winkel,
die heeft als advies gekregen ze weg te gooien.
Het is in mijn ogen een vreemde situatie,
normaal als een product niet deugd kan de consument terug naar de winkel om zijn schade te verhalen,
En dan nog de producten waar eieren in zijn verwerkt en die in de schappen liggen.
Zijn die wel veilig?
Of heb ik iets gemist in mijn beleving?
Vorige week voorlopig mijn laatste eitje.
Meiden of jongens.
Soms vallen de dingen samen als puzzelstukjes in een puzzel.
Dat geeft dan weer een leuke reactie op het gebeuren.
Zo bracht ik gisteravond nog een bezoek aan de buurtsuup.
Bij de koeling was een meisje druk moeder aan het helpen uitzoeken en adviseren.
Loop ik verder zie ik haar weer vader helpen uitzoeken en adviseren.
Ze is er maar druk mee, maar het verhaal is nog niet voorbij.
Loop ik in het volgende pad samen met vader, bij de sausen.
Opeens roept hij keihard de naam van zijn vrouw, geen antwoord, nog maar een keer.
Ik schiet in de lach en zeg tegen hem, ik hoop voor je dat ze weer terug komt.
Ja, ik ook, was zijn reactie want er zijn ook nog twee dochters mee en dat is best lastig winkelen.
Ik het drie zoons en die gingen nooit mee.
Jongens zijn toch heel ander dan meiden, zegt hij.
Deed mij denken aan de nieuwe sire campagne “laat jij jouw jongen genoeg jongen zijn?”.
Want er zijn er die deze actie niet correct vinden want zo worden de meisjes weer in de hoek van de poppen en kinderwagen gezet.
Nou ik vind deze actie wel goed want kinderen kiezen zelf wel waar ze mee spelen en de ouders moeten ze daar gewoon vrij in laten.
Als kind kreeg ik na school een overal aan en kon mijn gang gaan heerlijk buitenspelen.
Zo zijn mijn jongens ook opgegroeid, dan zonder overal.
Maar vader werd gevonden door de rest van het gezin en de dochter verteld heel zorgzaam aan hem welke Ketchup hij had moeten kiezen.
Japanse Duizendknoop.
Ik vernam in het nieuws dat de Japanse Duizendknoop landelijk een groot probleem is geworden, de Japanse Duizendknoop is afkomstig uit Oost-Azië.
De Japanse en Sachalinse duizendknoop werden op verschillende momenten naar Europa
gehaald als tuinplant.
In Nederland is de plant voor het eerst in 1886 verwilderd aangetroffen in de omgeving van Baarn.
Pas na 1950 is de soort in Nederland op grote schaal gaan verwilderen.
Het dumpen van tuinafval heeft vermoedelijk bijgedragen aan de verspreiding van de plant.
De groeikracht van de plant is enorm, deze is in staat door muren te breken en asfalt op te tillen.
In sommige gevallen leidt het soms tot verzwakking van dijken als die daar bloeit.
Alle reden dus om te zorgen dat men de plant kort houdt, daar lijkt het wel te laat voor want verwijderen en vernietigen is bijna een illusie.
Beheersen is het woord en dat op zich vergt flink wat energie.
Ook de stad Amersfoort is ook de strijd aangegaan met de Japanse Duizendknoop.
Elke bewoner had voor een tijdje terug al een brief met folder ontvangen met informatie over hoe men de Japanse Duizendknoop kon herkennen en bij signalering de locatie waar deze groeit door te geven aan de gemeente.
De gemeente is nu door de hele stad de sterk woekerende Japanse Duizendknoop aan het maaien.
Dit gebeurd als voorbereiding op verdere bestrijding eind van dit jaar.
Want in het najaar gaat de gemeente heel veel stengels van de Japanse Duizendknoop injecteren met een bestrijdingsmiddel glyfosaat.
Om dit goed te laten werken worden de planten nu gemaaid, zodat de stengels niet te dik worden om te kunnen injecteren.
Bestrijding van de Japanse duizendknoop door de stengel te injecteren met glyfosaat
Voedselverspilling.
Niet alleen de caissière werkt in de buurtsuup ook de vakkenvuller.
Want lege schappen kunnen niet in de winkel, ze moeten tot de nok gevuld zijn.
Klanten moeten verleid worden om te kopen, liefst heel veel.
Zo liep ik langs de vleesafdeling en een meisje was de vleeswaren aan het bijvullen.
Er stonden bakken vol verpakte vleeswaren en die moesten in de koeling worden gezet,
maar eigenlijk was het wat te veel en met wat duwen en pletten kreeg ze alle vleeswaren op hun plaats.
Toen ik dat zag kon ik het niet laten en vroeg aan haar:
“wordt dit nu ook allemaal verkocht, opgegeten?”
Het is te hopen, was haar antwoord en anders gooien we het gewoon weg.
Ik was niet verbaast van het antwoord, omdat het een bekend feit is dat een deel van de
producten in de buurtsuup worden weggegooid.
Maar ik schrok meer van het feit dat ze het zo makkelijk zei, zonder gevoel.
Misschien wel zelf bescherming van haar kant, want als je voedsel moet weggooien en je krijgt daar een rot gevoel door ga je er zelf onderdoor.
Zij werkt ook maar in opdracht van haar werkgever.
En die is de gene die daar verandering in moet brengen.
Of is dat te gemakkelijk gezegd?
Lunch in de afvalbak.