Categoriearchief: Amersfoort

Informatiebord.

Soms zie je hem wel en dan weer niet.
Vlakbij de vijver van Emiclaer staat al een tijdje een lessenaar frame met een informatiebord.
Maar deze was een tijdje verdwenen tijdens de aanleg van de rotonde.
Het kan zijn dat ik het informatiebord over het hoofd heb gezien.
Maar goed een tijdje geleden zag ik het informatiebord weer terug in de berm van het voetpad staan.
Eigenlijk was ik wel verbaast over welke natuur er in de omgeving leeft en vroeger ook al
aanwezig waren.
Het mooie van natuur in je leefomgeving is diversiteit van planten en diertjes.
Sinds 2020 zet de gemeente Amersfoort samen met Heem-partner RANOX natuuraannemer in op de omvorming naar vlinder- en bijenbermen.
RANOX is een natuuraannemer ze dragen zorg voor de uitvoering van natuurprojecten.
De projectleiding is altijd in handen van een ecoloog en de uitvoering onder leiding van
een natuurbeheerder met ecologische kennis.
Zo garanderen ze een de beste manier van uitvoeren voor de natuur en werken we landelijk aan ecologisch resultaat.
Zo wordt de omgeving levendiger en is de omgeving minder saai, zoals men voorheen de
gazonnen zo glad mogelijk maaide en die zie je door het anders denken steeds minder in de
gemeente Amersfoort.
Laat maar groeien en bloeien, zoemen en fluiten dan is het buiten nog leuker.


Het informatiebord.

Voorjaar.

Zomer.

Herfst.

Winter.

Gras werd glad gemaaid, dat kon anders.

Vijver die voor amfibieën is aangelegd.

Met kleur is het toch gezelliger.

Kamperbinnenpoort.

Wie Amersfoort ooit heeft bezocht kent natuurlijk de Koppelpoort en misschien ook wel de Kamperbinnenpoort, beide zijn echte publiekstrekkers in de binnenstad.
Loop je er onderdoor dan zijn er in de omgeving nog veel meer historische kenmerken te
ontdekken.
Van prachtige gevelstenen tot een verscholen hofje boordevol geschiedenis.
Maar deze blog gaat over de geschiedenis van de Kamperbinnenpoort.
De Kamperbinnenpoort is een landpoort die tussen de Langestraat en de Kamp staat.
Het is één van de laatste overblijfselen van de eerste stadsmuur van Amersfoort,
waar ook de Muurhuizen onderdeel van is.
Omdat de stad enorm groeide begon men rond 1380 met een nieuwe stadsmuur in 1400 werd een nieuwe poort gebouwd, de Waterpoort De Monnikendam en zodoende verloor de
binnenpoort zijn militaire functie.
Dat was voorbestemd aan de nieuwe De Monnikendam.
De naam Kamp komt trouwens van het Latijnse woord campus, het staat voor een omheind weidegebied dat was het gebied buiten de eerste stadsmuur.
Zo ontstond de naam Kamperbinnenpoort, de andere naam voor deze poort was de Viepoort.
Dat was vanwege het vie (vee) wat door de poort naar buiten werd gebracht om te grazen.
Daar schreef ik op 18 september 2024 al over in een blog.
Dat geeft ook gelijk een idee van de oppervlakte van het gebied buiten de poort.
De weg ernaartoe heette in 1388 nog Coecamp of Oude Strate, maar vanaf 1521 wordt de naam Kampstraat al gebruikt, die tot aan 1914 gebruikt werd.
Voorheen was de poort trouwens veel groter, nu is alleen de voorpoort overgebleven.
In de 16de eeuw werd de hoofdpoort voor het grootste deel afgebroken, gevolgd in 1827 door de boog tussen de torens.
Gelukkig werd hij in de 20e eeuw weer opgebouwd nadat er bij koninklijk besluit het des
betreffende besluit van de Amersfoortse gemeenteraad was vernietigd.
De sloop was in strijd met het algemeen belang van onze lieve vrouwentoren.
De rijksoverheid was het er niet mee eens en stelde subsidie beschikbaar voor restauratie.
Saillant detail: in 1914 wilde de Amersfoortse gemeenteraad de poort afbreken omdat er
behoefte was aan een verkeersplein.
Maar daar werd gelukkig maar een stokje voor gestoken, want nu kunnen wij de oude
Kamperbinnenpoort nog steeds bewonderen.


De Kamperbinnenpoort gezien vanaf de Kamp.

De rechter toren van de kamperbinnenpoort.
Gezien vanaf de Kamp richting de Weversingel.
Dit pand werd als eerste gesloopt.

Van het gesloopte pand, zie je overeenkomsten de oude daklijn op de toren zitten.

Plaquette Kamperbinnenpoort.

Een tijdsbeeld, toen had je nog gemeente en rijkspolitie.

De Kamperbinnenpoort vanaf de Kamp zoals deze heden erbij staat.

De bunker in Hoevelaken.

Ik had dit bezoek al in mijn bucket list staan om te bezoeken, maar door omstandigheden zal het er niet toe komen, maar las ik wel een artikel over de enige overgebleven bunker in
Hoevelaken.
Dat is toch bijzonder te noemen, want blijkbaar zijn de meeste bunkers wel gesloopt en dat is vaak een flinke kostbare klus.
Met de restauratie van de bunker aan de Weldammerlaan in Hoevelaken is men in 2020 begonnen met een enthousiast team van vrijwilligers om de bunker te restaureren dit gebeurde
samen met de eigenaar.
Er werd veel begroeiing verwijderd, zijn de binnenmuren behandeld en rondom de bunker is
alles opgeruimd en toegankelijker gemaakt.
Gaandeweg bleek er veel belangstelling te zijn voor het project en er werden mensen echt
geïnteresseerd als er wat werd vertelt en details konden bekijken.
De geschiedenis komt dan bijna tot leven, ook voor het team zelf.
Zo heeft men tijdens de werkzaamheden kogelgaten en een inscriptie op het dak gevonden die men kon ontcijferen.
Tijdens de werkzaamheden is de achtergrond uitgebreid onderzoek gedaan naar dit type
bunker en waarom dit de enige overgebleven bunker in Hoevelaken is.
Want er hebben in onze regio veel meer bunkers gestaan, als onderdeel van een Duitse
verdedigingslinie genaamd de Pantherstellung ten oosten van Amersfoort.
De bunker is van het type Regelbau 703, dit is een standaardconstructie volgens vaste maten en uitvoering.
De bunker werd op 21 december 1944 voltooid, het was een haastige klus van drie maanden in slechte weersomstandigheden.
De bunker is 9,4 bij 7,7 meter breed en 4,6 meter hoog, er werd in het totaal ruim 600 kubieke meter beton gebruikt.
De vele dwangarbeiders die er aan hebben gewerkt werden door Organisation Todt
aangestuurd, dat was de Duitse bouwmaatschappij tijdens het bestaan van nazi-Duitsland,
die een regiokantoor in Hoevelaken waren gevestigd.
Een deel van de Pantherstellung loopt nog via de oude Grebbelinie en de Duitsers waren bang dat de geallieerden via het westen kwamen binnenvallen.
Daarom werd er aan het einde van 1944 door duizenden dwangarbeiders heel hard gewerkt aan prikkeldraadversperringen, loopgraven, tankgrachten en bunkers, de linie eindigde bij
Nijkerk aan het IJsselmeer.
Hoevelaken was een belangrijk onderdeel van de stelling, omdat het een knooppunt was van wegen en treinverkeer.
In de bunker stond een 8.8cm kanon bedoeld om tanks en andere voertuigen tegen te houden, omdat men er een flinke tankslag verwachtte, vandaar dat er bunkers en de zware
verdedigingen werden gebouwd.
Er staan nu nog drie bunkers in Nijkerk en die zijn allemaal particulier bezit, waarvan de bunker aan de Weldammerlaan in Hoevelaken is bijzonder omdat de eigenaar, familie Termeer,
in overleg met de gemeente Nijkerk, de bunker heeft kunnen openstellen.
In de bunker hangen informatieborden over de geschiedenis van de bunker.
Daarop staat uitleg over de binnenkant en wat er aan de buitenkant is te zien en hoe de bunker heeft gefunctioneerd.
Het doel is de bezoekers te laten begrijpen dat dit niet zomaar een betonnen relikwie is uit lang vervlogen tijn, maar een bijzonder gemeentemonument.
Helaas voor de Duitsers maar de bunker werd verkeerd gebouwd omdat de Canadezen van de andere kant kwamen en het kanon zodoende nutteloos bleek te zijn.
Het is de bedoeling dat men in de werkgroep naast het thema ‘erfgoed’ ook het educatieve en
literaire aspect wil benadrukken.
Daarom hebben we de Nijkerkse stadsdichter Bert Jurling gevraagd een gedicht te schrijven.
Bert was onder de indruk en heeft een prachtig gedicht geschreven, wat ook in de bunker te hangen. Zo kunnen bezoekers ook stilstaan bij de waanzin van zo’n bouwwerk.
Voor leerlingen is het ook een bijzondere plek om meer te horen over de oorlog en zo ook de
tastbare plek te zien.
Dit educatieve aspect gaan we nog verder uitwerken zodat er bijvoorbeeld er een
klassenbezoek aan kan worden gekoppeld.
Naast de werkgroep die zich bezighoudt met de bunker is er ook een werkgroep die het nieuwe fiets- en wandelnetwerk Ontdek de Plek in Hoevelaken en omstreken heeft opgezet.
Er zijn gedrukte boekjes met de wandel- en een fietsroute ‘Hoevelaken in de oorlog’,
die kosteloos bij VVV in Nijkerk, de Bruna in Hoevelaken en diverse andere winkels liggen.
Voor de gebruikers van de Bibliotheek in Hoevelaken worden de boekjes in de afhaaltassen met boeken gedaan.
Ook bij de bunker zijn de boekjes af te halen zodra die opengesteld is.
Door vrijwilligers is er veel werk verzet om een stukje geschiedenis uit de tweede wereld oorlog bekend te maken.


Opening fiets- en wandelnetwerk Ontdek de Plek.
Met het gedicht van Bert Jurling – Stadsdichter Nijkerk.

Gedicht “Bunker in Hoevelaken” van Henriëtte Hofman.

korenmolen de Gunst.

Dat de naam Nefkens een begrip is in Amersfoort mag wel bekend zijn, net als het Nefkens
gebouw aan de Utrechtse weg.
De grondlegger van dit imperium was Jan Nefkens, voormalig molenaar van de korenmolen de ‘Gunst’ gelegen op de hoek Daltonstraat, Leusderweg in Amersfoort.
Deze koren molen is daar gebouwd in 1850 en ook weer afgebroken in 1914.
De molen kreeg als nieuwe bestemming en werd weer opgebouwd in Sleen, Drenthe, onder de nieuwe naam ‘De Hoop’, waar deze nog steeds functioneert.
Op de plek van de molen in Amersfoort is nu het parkeerterrein tegenover de Pets Place.
Jan Nefkens was niet alleen molenaar maar ook ondernemer, zo begint hij aan zijn carrière
verandering in 1878 en gaat o.a fietsen en typemachines (Adler) verkopen.
Tevens begon hij een reparatie inrichting (garage) voor automobielen.
Zijn eerste auto was van het Franse merk Dion-Bouton.
Verder waren het de eigenaars van de Graham-paiges, Adler en Peugeots zijn klanten.
Ruim een eeuw beslaat de geschiedenis van de ondernemersfamilie Nefkens in Amersfoort.
Die ook een belangrijk stempel heeft gedrukt op het particulier en openbaar vervoer.
Nefkens veroverde eind negentiende eeuw een positie als marktleider in de rijwielhandel met topmerken als Adler en Simplex.
Zijn zoon Henri professionaliseerde het bedrijf en richtte zich uiteindelijk volledig op
‘automobielen’, dankzij de samenwerking met het Amerikaanse General Motors.
De NV Henri Nefkens voerde merken als Chevrolet en Pontiac.
Opvolger Piet slaagt er vervolgens in de continuïteit van het bedrijf te garanderen tijdens de Tweede Wereldoorlog en tijdens de wederopbouw groeit het bedrijf gestaag door, vooral door het merk Opel.
Vanaf 1966 neemt Pon’s Automobielhandel zijn losplaats aan de lijn in Leusden in gebruik.
Dit deel van de spoorlijn wordt ook wel de Ponlijn genoemd.
Hier rijden nog vrijwel elke werkdag autotreinen vanuit Duitsland naar importeur Pon.
Bij station Woudenberg-Scherpenzeel had Peugeot importeur Nefkens ook een losplaats voor auto’s, die zijn hier in 1992 mee gestaakt.
Het voormalige bedrijfsgebouw aan de Utrechtseweg uit 1969 is een gemeentelijk monument geworden.
Het werd ontworpen door Gé Pothoven voor het Amersfoortse autobedrijf Nefkens en bevatte een autoshowroom en benzinepomp op de begane grond met daarboven kantoren.
Door zijn L-vorm en voorplein maakt het gebouw als vanzelfsprekend een uitnodigend gebaar naar de stad.
Met zijn eenduidige grille van betonnen gevelkolommen is het een toonbeeld van het
optimisme waarmee veel gebouwen in de jaren 60 werden opgetrokken.
Tegelijk zoekt het gebouw met zijn expressieve bakstenen kopgevels aansluiting bij zijn meer traditionele buren.
Tegenwoordig is het voormalige bedrijfsgebouw getransformeerd tot ‘Het Nefkens-gebouw’.
Nu is er ruimte voor 31 woningen, waarvan 24 koop- en 7 shortstay-appartementen.
Aan het L-vormige van gebouw zijn twee penthouse-verdiepingen toegevoegd.
Middels een onderdoorgang en vergroening is het gebouw bovendien beter verbonden met het achterliggende park.
De balkons en terrassen zorgen ervoor dat de voorheen inactieve parkzijde nu tot leven komt.
Een goede herbestemming van het zo bekende gebouw.
Bovendien verzorgde men decennialang het openbaar vervoer in de alsmaar groeiende stad.
De keuzes, producten, marketing en commerciële successen van deze drie generaties zijn
beschreven tegen de achtergrond van Amersfoort en opkomst, bloei en toekomst van de auto.
In 1976 en 1987 werden de activiteiten flink uitgebreid, met de komst van een
schadeherstelbedrijf en een leasemaatschappij.
In 2001 neemt PGA Motors, tegenwoordig Emil Frey Nederland, Nefkens over en valt het doek voor het familie bedrijf.


korenmolen de ‘Gunst’ gelegen op de hoek Daltonstraat, Leusderweg.


Nefkens garage en rijwielhandellaar.

Het openbaar vervoer verzorgt door Nefkens.

Het voormalige bedrijfsgebouw aan de Utrechtseweg uit 1969.

Slaapwekkend.

Op 3 juli 2018 bezocht ik de mannenzaal van het St. Pieters- en Blokland Gasthuis in
Amersfoort.
In de Mannenzaal kun je zien hoe de bewoners werkelijk leefden rond 1900.
Aanvankelijk was het gasthuis alleen bestemd voor zieken en later werd het een
bejaardentehuis met een apart vrouwen- en mannengedeelte.
Alleen de kapel en het mannen gedeelde bestaan nog.
In de Mannenzaal in Amersfoort is speciale tentoonstelling: “Slaap” op een unieke plek.
Dan kun je fijn in slaap vallen op een reusachtige lappenpop in de eeuwenoude zaal.
“Welkom in de meest slaapverwekkende plaats in Amersfoort” schrijft de kunsthal op hun
website.
Bezoekers kunnen bij de expositie alles te leren over slapen.
Onder andere hoe verschillende slaapfases werken en hoe het is om in een bedstee te slapen.
Er is speciaal voor de Mannenzaal in Amersfoort gekozen omdat dit een hele bijzonder plek is.
Normaal gesproken kun je hier alleen met een gids binnen komen.
De monumentale Mannenzaal was een tehuis waar zieke en oude mensen werden verzorgd.
Zoals de naam al zegt, sliepen hier voornamelijk mannen.
Het bijzondere aan de Mannenzaal is dat er nog 22 originele bedstede staan.
Voor de expositie mocht men een hiervan gebruiken.
Bezoekers kunnen dan voelen hoe het is om in een bedstee te slapen en krijgen uitleg wat er
allemaal gebeurde in de Mannenzaal.
Dat is echt een unieke ervaring voor een bezoeker.


De Mannenzaal.

“Slaap”

Levende Historie, over slapen in de bedstee.