Dit weekend in de Gouden terugblik de Britse popzanger zanger “ Sir Roderick David Stewart”.
Hij werd geboren in Highgate, Londen op 10 januari 1945 als telg van een Schotse familie en hij viert vandaag zijn tachtigste verjaardag.
Hij is bekend geworden onder zijn artiestennaam Rod Stewart.
De zanger met een stem als schuurpapier en een hart van goud.
Hij is een talentvol voetballer en schopt het zelfs tot een testwedstrijd voor de profclub
Brentford FC, maar verkiest uiteindelijk toch voor de muziek en hij treedt voor het eerst
professioneel op in de groep Jimmy Powell & The Five Dimensions.
Stewart is dan ongeveer negentien, speelt eerst mondharmonica en begint later ook te zingen.
Ook zwerft hij twee jaar door Europa en over deze omzwervingen zal hij later in het nummer Every Picture Tells A Story op fraaie wijze vertellen.
Tijdens zijn periode bij Jimmy Powell mag Rod voor Decca zijn eerste plaatje maken:
Good Morning Little Schoolgirl, waarop John Paul Jones (later Led Zeppelin) bas speelt.
Hoewel hij op die eerste single al wel gebruik maakt van zijn latere frasering zal hij pas
naderhand zijn unieke, sterk door Sam Cooke beïnvloede, ‘schuurpapieren’
stemgeluid ontwikkelen.
Na de samenwerking met Jimmy Powell komt hij in ’64 bij de r&b-band The Hoochie Coochie Men terecht, waar hij samen met Long John Baldry de zang verzorgt.
Enkele maanden nadat Baldry The Hoochie Coochie Men heeft ontbonden,
wordt hij door Baldry gevraagd voor het project dat hij met Brian Auger heeft opgezet,
Steampacket, een soort r&b-revue waarin ook Julie Driscoll zingt.
Als Steampacket wegens gebrek aan succes uit elkaar gaat, sluit Stewart zich mei ’66 aan bij de formatie Shotgun Express, waarin onder meer Peter Green, Mick Fleetwood en Peter Bardens spelen.
Hij neemt met deze groep één single op, I Could Feel The Whole World Turn Around, alvorens na een paar maanden alweer zijn biezen te pakken.
Voordat Stewart in ’67 van Jeff Beck het aanbod krijgt in zijn band te komen zingen, neemt hij nog een aantal singles op en werkt hij (anoniem) als sessiezanger.
Een van de mooiste nummers uit die periode is de single die hij opneemt met de Australische groep Python Lee Jackson, In A Broken Dream.
Wanneer hij in augustus ’69 The Jeff Beck Group verlaat, tekent hij een solocontract bij Mercury en nodigt Ron Wood hem uit om een keer een sessie bij te wonen van The Faces,
de voortzetting van de succesvolle Londense modgroep The Small Faces.
Hij is niet bijster enthousiast over de muziek van de band, maar vindt in Kenny Jones, Ian MacLagan, Ronnie Lane en Wood al snel een paar uitstekende drinkebroers en besluit daarom alsnog de groep te komen versterken.
En zo ontstaat de merkwaardige situatie waarin hij naast zijn solocarrière een actief groepslid is van The Faces.
Zijn eerste solo-platen “an old raincoat won’t ever let you down” en “gasoline alley” worden door de popkritiek juichend ontvangen.
Zo manifesteert hij zich als een gevoelig vertolker van veelal akoestische, folkachtige songs,
al komen er ook uitstekende rocknummers op voor.
Hoewel hij populariteit op dat moment in de Verenigde Staten groeiende is, breekt hij, noch The Faces echt commercieel door.
Het nummer “every picture tells a story” brengt daarin verandering, de van deze plaat
getrokken single Maggie May/Reason To Believe wordt een grote hit.
Het uitstekende “every picture tells a story” laat overigens minder ballades horen en meer rock.
“never a dull moment” trekt die lijn door en levert de single “you wear it well” op.
Ondertussen hebben ook The Faces hits met Stay With Me, I Know I’m Losing You en
Cindy Incidentally.
“smiler” volgt pas in ’74, verlaat door contractuele problemen bij Stewart’s overstap
van platenmaatschappij Mercury naar Warner Bros.
De plaat stelt teleur en toont aan dat hij in een creatieve impasse zit, hij is op de hoes van deze elpee gefotografeerd als een goed geklede superster en houdt zich ook buiten de muziek steeds meer in de showbusiness-kringen op, wat hem door zijn fans van het eerste uur nogal kwalijk wordt genomen.
“atlantic crossing” toont een herboren Stewart, zij het dat de sound van zijn muziek wat gladder en commerciëler is geworden.
Met het door Gavin Sutherland van Sutherland Brothers & Quiver geschreven Sailing heeft hij na vier jaar weer een hit van formaat.
Zijn populariteit stijgt wederom tot grote hoogte, vooral als hij door zijn verbintenis met filmster Britt Eklund een ideaal object voor de roddelpers is geworden.
Aan het eind van ’75 worden de al lang circulerende geruchten bewaarheid: Rod en The Faces gaan uit elkaar.
Zijn solocarrière verloopt dan inmiddels zeer voorspoedig en in ’76 komt “a night on the town”, die toch weer niet geheel bevredigend kan worden genoemd.
Wel levert de plaat twee hitsingles op, “tonight’s the night” en “the killing of georgie”.
In de herfst van ’76 verrast hij velen als hij in de Amsterdamse Jaap Edenhal een zeer
opwindend concert verzorgt met zijn nieuwe begeleidingsgroep.
De uitstekende indruk die hij in Nederland achterlaat, wordt het jaar daarop bevestigd met het zeer stevige rechttoe rechtaan album “footloose and fancy free”.
Intussen is hij en Eklund van elkaar gescheiden en heeft hij weer beide handen vrij.
In ’78 verschijnt “blondes have more fun” inclusief wereldhit “da ya think i’m sexy?”
en is hij populairder dan ooit.
In ’79 trouwt hij met de ex-vrouw van acteur George Hamilton, Alana Collins het is een huwelijk dat ook niet lang stand houdt.
Hoewel geen wereldplaten, “foolish behaviour” en “tonight i’m yours” tellen met “passion”, “my girl”, “tonight i’m yours” en “young turks” weer voldoende hitsingles om het gemis aan nieuwe ideeën professioneel te maskeren.
In ’82 verschijnt het ongeretoucheerde live document “absolutely live” en tijdens de daarop
volgende toer komt het teleurstellende “body wishes” uit, een plaat vol met niemendalletjes.
Hij revancheert zich in ’85 met een uiterst doorleefde vertolking van “curtis mayfields people get ready” op Becks Flash-album.
Ook het door Bob Ezrin geproduceerde “every beat of my heart” stemt tevreden,
net als de vanouds op kant één verzamelde rockers stralen van ongedwongen spelplezier, terwijl de door ballades gedomineerde keerzijde het karakter van een stemmige mini-songcyclus draagt.
Het titelnummer, dat qua sfeer en arrangement een beetje aan Sailing doet denken, brengt hij terug in de Top 10. “out of order”, waarop Stewart geruggensteund wordt door bassist Bernard Edwards, drummer Tony Thompson en gitarist Andy Taylor, continueert de opgaande lijn.
De plaat bevat zijn hardste funk in in jaren en valt tevens op door een even gewaagde als
integere vertolking van Otis Reddings “try a little tenderness”.
Zijn duet met Ronald Isley, “crazy about her”, wordt een grote hit.
Nadat hij in ’90 voor de derde keer in het huwelijk treedt, ditmaal met het 21-jarige fotomodel Rachel Hunter, staan energie en spelplezier wederom centraal op “vagabond heart”.
Tijdens de ondersteunende toer komt het bericht dat Steve Marriott op 20 april ’91 bij een brand tragisch om het leven is gekomen.
Na de tournee kampt hij geruime tijd met ernstige stemproblemen, maar eenmaal hersteld is hij weer zeer productief.
Achtereenvolgens verschijnen “unplugged… and seated” en “lead vocalist” die bevat een reeks oude en nieuwe covers, met Tom Traubert’s Blues van Tom Waits als artistiek en commercieel hoogtepunt.
“unplugged… and seated” haakt vervolgens handig in op de door MTV in gang gezette trend van (semi-) akoestische opnames in een ongedwongen sfeer en voor een klein publiek.
Begeleid door ex-Faces maatje Ronnie Wood, presenteert een gedreven Rod Stewart op
dynamische wijze vijftien klassiekers uit zijn indrukwekkende oeuvre.
Op Oudejaarsavond ’94 geeft hij op het strand van Copacabana een gratis concert voor naar schatting 3,5 miljoen bezoekers, goed voor een vermelding in het Guinness Book Of Records.
Op “a spanner in the works”, vakkundig medegeproduceerde door Trevor Horn,
Bernard Edwards en gitarist Andy Taylor laat hij gladde ballades en rockers horen.
Tijdens de daaropvolgende tournee brengt hij, begeleid door vierendertig muzikanten,
voornamelijk greatest hits in een niet geheel uitverkocht Ahoy’.
De dubbel-CD “storyteller” compileert liefdesliedjes: deels nummers uit zijn eigen oeuvre en deels klassieke zwijmelsongs van collega-zangers als Van Morrison en Leo Sayer.
Ook zijn tribute voor Carole King Tapestry Revisited en het All For Love duet met Bryan Adams en Sting, voor de film The Three Musketeers staan hierdoor voor de eerste keer op een
Rod Stewart album.
Dit weekend is hij met zijn single Sailing de Gouden terugblik bij Radio de BOM.
Rod Stewart – Sailing.
Hij heeft goed genoten van zijn leven tot nu toe, dat is duidelijk. Een prachtnummer voor de uitzending.
Love As Always
Dimario
mogge Hans
een prachtig nummer van Rod Steward
schuurpapier of niet , het is een mooie stem 🙂
geniet de dag
Sir Rodney heeft het goed gedaan in zijn leven…
Rod Steward, echt iemand van die tijd
natuurlijk ken ik deze muziek en ik denk ook veel van je beschrijving
maar ik leer hier altijd bij
Een @->- voor U.