Oma is rustig de fanmail aan het doornemen en aan het beantwoorden, is altijd een gezellige bezigheid.
Flip komt de kombuis binnen wandelen en ziet oma zitten, ha oma, alles goed?
Ha kerel, leuk dat je langskomt.
Rustig loopt Flip naar de andere kant van de kombuis en gaat naar de buizenradio en zet deze aan.
De lampjes achter de afstemschaal geven weer een vrolijk licht, Flip drukt nog een keer op de middengolf knop, en kijkt verbaast naar de radio.
Oma vraagt, wat is er?
Nou, zegt Flip, de radio doet het niet er komt geen geluid uit.
Dat komt dat het een buizenradio is, zegt oma, vol begrip.
Een buizenradio moet altijd opwarmen, en daarna komt er wel geluid uit.
O, dat wist ik niet, zegt Flip.
Wacht maar, ik zal het je uitleggen.
Oma loopt naar een kast en haalt er een doos met radiobuizen uit.
Kijk, een radiobuis is een vacuümbuis, de elektronen worden verplaatst door de lucht.
De geleiding van de elektronen kan pas gebeuren als de
radiobuis op temperatuur is, vandaar dat er een gloeidraad in zit, dat zijn de rode puntjes die je ziet als de radio is
ingeschakeld.
Bij een radio met halfgeleiders gaan de elektronen door
vaste verbindingen, zeg maar draadjes, het voordeel daarvan is dat de energie niet door de lucht gaat.
Door het gebruik van transistoren en IC’s is het energie verbruik ook lager geworden en is
apparatuur ook makkelijker mee te nemen.
Oké, oma ik snap het, maar vind het geluid van de
buizenradio toch voller dan mijn MP3 speler, zegt Flip goed keurend naar oma.
Dat klopt zegt oma, de dynamiek van een buis is voller, een buis geeft een ruimtelijk geluid.