Jon Anderson – Surrender.

Geboren als John Roy Anderson, maar liet later zelf de letter ‘h’ uit zijn voornaam vallen en
gebruikt als artiestennaam “Jon Anderson”.
Hij werd geboren op 25 oktober 1944 in Lancashire, Engeland, en groeide op tot een van de meest herkenbare stemmen in progressieve rock.
Hij begon zijn muzikale carrière door zich aan te sluiten bij de groep “The Warriors” van zijn broer Tony.
In 1968 en zijn muzikale maakte hij in een Londense club.
Hij werd geïntroduceerd bij “Chris Squire” en vond een geestverwant in muziek,
hij begon te verschijnen op optredens van Squire’s band “Mabel Greer’s Toyshop”, later werd het de groep “Yes”.
Ze brachten hun eerste twee albums uit in 1969 en 1970, en kregen een goede kritische
respons, maar kregen geen grote commercial of radio aandacht.
Interessant genoeg vond hij de tijd voor nevenprojecten zelfs te midden in den opnames en toeren met Yes.
In feite zou hij in de eerste twee jaar van het decennium op twee albums verschijnen.
De eerste was “King Crimson’s Lizard” en de andere was “All to Bring You Morning”.
Het volgende album van Yes, “Fragile” uit 1972, zou zowel het debuut van de nieuwe toetsenist “Rick Wakeman” als de single “Roundabout” bevatten.
De combinatie duwde de groep en Anderson goed in de schijnwerpers.
De volgende jaren nam de band Yes het grootste deel van zijn tijd op met de opname van nog drie studioalbums vóór 1974 en gestage tournees.
Na de tournees begonnen de zaken echter een beetje tot rust te komen en hij slaagde erin om met “Vangelis Papathanassiou” samen te werken.
In 1976 nam de hele band de tijd om soloalbums op te nemen en hij produceerde het album “Olias of Sunhillow” en dat werd een ambitieuze creatie.
Het was een album lang conceptstuk met bijna al het schrijven en optredens die door de zanger zelf werden ondernomen.
De pauze leek de band nieuw leven in te blazen en hun volgende release, “Going for the One”, was een zeer sterk album en leidde de band in stijl in 1977.
De rol van Anderson in de groep liep echter een tijdje ten einde,
hij bleef bij hen tot het volgende album en een aantal tours, maar toen kwamen de gevreesde ‘muzikale verschillen’
en hij vertrok.
Hij bleef niet stil zitten wan de volgende jaren bleken inderdaad zeer vruchtbaar voor hem.
Hij bracht zijn tweede soloalbum, “Song of Seven”, uit in 1980.
In datzelfde jaar werkte hij opnieuw samen met Papathanassiou.
Deze keer namen ze samen een heel album op en brachten het uit onder de naam Jon & Vangelis.
Het album heette “Short Stories”, en ze genoten zoveel van dat werk dat ze voor het einde van 1981 samen nog twee albums uitbrachten.
1983 zou een ander keerpunt zijn voor hem zijn, hij werkte mee aan het “Crises” album van “Mike Oldfield”, maar dat zou niet de doorslaggevende factor in zijn carrière zijn.
Ook besloot hij dat jaar nog een soloalbum op te nemen, dit keer een verzameling vakantie nummers getiteld “3 Ships”.
Hij slaagde er ook in om aan een paar andere projecten te werken, waaronder filmsoundtracks met “John Paul Jones” en “Tangerine Dream”.
Het volgende album en de tournee van Yes in 1987 zagen die muzikale verschillen opnieuw verschijnen en hij verliet opnieuw Yes.
In de tijd na zijn tweede vertrek uit de groep bracht hij nog een soloalbum uit, dit een nogal poppy verzameling getiteld In the “City of Angels”.
Hij was ook te gast op de release bij het album “The Seventh One” van “Toto”.
Tegen die tijd begon hij met verschillende Yes-alumni te praten over weer samenwerken.
De groep van hen, Anderson, “Steve Howe”, “Rick Wakeman” en “Bill Bruford” werd vergezeld door “Tony Levin” en voltooide een album.
Het enige probleem was om te beslissen hoe de groep te noemen, ze wilden de band wel Yes willen noemen, maar Chris Squire bewees het eigendomsrecht van de naam en was niet van plan ze deze te gebruiken.
Dus kozen ze ervoor af te zien van slimheid en met hun achternamen te werken.
Hun album was dus een titelloze die “Anderson- Bruford-Wakeman-Howe” heette.
De groep toerde redelijk uitgebreid voor de release, maar Anderson vond nog steeds de tijd om vocalen bij te dragen aan het album “Requiem for the Americas” van “Jonathan Elias”.
Aan de horizon doemde echter weer een vreemde verandering op, terwijl Anderson-Bruford-Wakeman-Howe aan hun tweede release werkte, was Yes bezig met het opnemen van hun volgende album.
Communicatielijnen werden opnieuw geopend en beide projecten werden gecombineerd tot één Yes album, genaamd “Union”.
De groep toerde voor het album naar zowel gevulde stadions als lovende recensies.
Anderson vond nog steeds tijd om weer samen te werken met Papathanassiou en het volgende Jon & Vangelis album “Page of Life” dat in 1991 werd uitgebracht.
Het jaar daarop werkte hij aan het album “Dream” van “Kitaro”.
Naast andere projecten zou hij nog een album maken met Papathanassiou namelijk “Chronicles”, twee soloalbums “Deseo” en “Change We Must” en voor de release van het volgende Yes album in 1994 “Talk”.
De volgende jaren waren rustige voor Yes, maar niet voor Anderson.
Hij deed gastoptredens in enkele projecten en bracht in 1997 twee nieuwe soloalbums uit,
the Celtic The Promise Ring” en “EarthMotherEarth”.
Yes bracht ook een album uit met zijn zang, genaamd “Open Your Eyes” en in de ware Yes
traditie van draaideurlidmaatschap stond er geen Rick Wakeman op, die al was vertrokken.
Anderson ging met de groep mee op een tour naar kleine intieme theaters.
In 1998 bracht hij zijn volgende soloalbum uit “The More You Know”.
In datzelfde jaar werden verschillende releases uitgebracht met zijn vocale talenten, zoals het album “Streams”, Yes ‘The Ladder en Steve Howe’s Portraits van Bob Dylan.
Door toeren en werken aan het Yes-album Magnification is Anderson behoorlijk druk gebleven, maar hij vond tijd om te verschijnen op de uitgave “Outbound” van “Béla Fleck & the Flecktones” uit 2000.
In 2004 verscheen Anderson met het “Contemporary Youth Orchestra of Cleveland” en keerde in 2010 terug voor een tweede optreden.
Een uitzending van Washington D.C. op satellietradio werd uitgebracht op een dvd met de titel “Tour of the Universe” in 2005.
In 2006 speelde hij mee in het nummer “Roundabout” met het “Trans-Siberian Orchestra”.
In 2007 zong hij op “Culture of Ascent” dertiende muziekalbum van de Amerikaanse band “Glass Hammer” en toerde hij als onderdeel van de “Paul Green” School of Rock Music.
In 2008 bracht hij “From Me to You” uit, een album van zijn vocalen met vogelgezang, dat werd toegevoegd aan “The Lost Tapes”.
In mei van het zelfde jaar, tijdens de plannen voor een Yes-tour ter herdenking van de veertigste verjaardag van de band, kreeg hij een astma-aanval en werd de diagnose ademhalingsfalen gesteld.
In 2009 had Anderson voldoende kracht teruggewonnen om een Europese solotoer te voltooien met de naam “Have Guitar, Will Travel”.
Dit werd gevolgd door een Noord-Amerikaanse tour tot 2010.
Hij bracht zijn soloalbum “1000 Hands: Chapter One” uit in maart 2019.
Hij was er bijna 30 jaar eerder mee begonnen en noemde het album dienovereenkomstig vanwege de vele muzikanten die erop spelen.
In december 2018 bracht hij een video uit voor een nieuw nummer, “Love is Everything”, om 1000 Hands te promoten, maar het verscheen niet op het album.
Hij heeft ondertussen zijn memoires “Survival and Other Stories” gerecreëerd, die op zijn website is te downloaden.
Maar dit weekend is hij de gouden terugblik in de BankShow met het nummer Surrender.

10 gedachten over “Jon Anderson – Surrender.

  1. Wim

    Mooi overzicht van en zanger die ik zeer kan waarderen, heb veel werk van hem in de kast, dat regelmatig op de draaitafel wat toeren mag maken. Goec weekend Hans ! 👍👍

  2. mizzD

    Yes.. ook weer zo’n band waar m’n oudere zus fan van was, maar dat ik in m’n jonge jaren maar een bak herrie vond hehe. Voor mij was het mee No dus..! 😉

  3. Suske

    Zowel solo als met Yes een interessante figuur. Heb er ook één en ander van op de bank liggen.
    Fijne vrijdag.

Reacties zijn gesloten.