Mijn Indische buurvrouw.

Ik zat thuis te zitten en dacht ik ga lekker naar buiten om te genieten van deze mooie dag.
Kom ik buiten roept mijn Indische buurvrouw me.
Ze zegt ik zet even mijn fiets hier neer, want ik ga zo weer weg naar mijn kleinkind en ik heb geen zin om de fiets helemaal in de stalling te zetten.
Maakt u geen zorgen buurvrouw overdag is het wel veilig, er lopen zoveel mensen langs.
Ja, zegt ze wij kennen elkaar wel, we hebben wel vaker een praatje.
Nou dat klopt en ze verteld met veel blijheid over haar kleinkinderen, ja zegt ze het zijn er vijf.
De jongste is helemaal een lieverd, een baby van twee maanden.
Nou en ik help mijn kinderen met het oppassen als het nodig is.
Dat geef ik ze liefde en eten, maar wat is alles voor de baby’s duur geworden.
Vooral luiers zegt ze, maar als een baby of kind poept moet je ze toch verschonen.
Heb jij al kleinkinderen? vraagt ze.
Nee helaas zeg ik, maar ik vind het best een gemis.
Nou zegt ze, dat begrijp ik, maar het is ook geen makkelijke tijd hoor.
Zoveel mensen krijgen voorrang met woningen en zo, nou dat heb ik en mijn man nooit gehad.
Begrijp best dat veel jongeren het heel moeilijk hebben.
Ik bid altijd voor mijn kinderen en hun gezinnen, naast oppassen kan ik niet veel anders meer doen.
Nou het is niet onbelangrijk zeg ik tegen haar.
En zo kwekken we gezellig door en na dat ik over mijn contacten met Indische mensen heb
gesproken, zegt ze spontaan, maar dan ken jij ook wel Malaise zinnen.
Dat klop en ik doe mijn best om ze te reproduceren.
Nou daar maak ik haar wel blij mee, ze schatert van het lachen en zegt adoea, je kent ze nog.
Ondertussen lopen er veel mensen langs en ze begroet ze allemaal, want ze maakt niet alleen een praatje met mij.
Wel verdrietig dat mijn Indische buurvrouw soms nog steeds voor pinda wordt uitgemaakt.
Vreemd hé zegt ze, ik ben in Groningen geboren.
Maar zegt ze ik ben sterk en sta recht op, ik laat me niet klein krijgen.
Nou dat zal zeker niet lukken, want vele koesteren haar, als hun lieve Indische buurvrouw.


Boudewijn de Groot – Moeder, introductie van Wieteke van Dort.

16 gedachten over “Mijn Indische buurvrouw.

  1. rietepietz

    Een nummer van Boudewijn de Groot dat ik helemaal niet ken.
    Je had een leuk gesprekje met je buurvrouwtje. Pesten en/of schelden is van alle tijden en beperkt zich niet tot de afkomst van iemand. Ook mensen met rood haar, of te dikke mensen hebben er mee te maken . Het zal altijd wel een andere onderliggende reden hebben waardoor mensen zich gaan focussen op een opvallend detail .

  2. Dorien Hansen

    En ik maar denken dat juist die “indische” mensen helemaal een deel van NL geworden waren. In de jaren 50 (oef, wat is dat lang geleden) woonden wij naast de familie Bloem. Vader, moeder, vijf kinderen en een oma. Sheíla, die ik Seeltje noemde was mijn beste vriendin. Jammer dat ik haar uit het oog verloren ben. Ik was ook nog maar een klein kind destijds.

  3. Ferrara

    Actueel ook. Boudewijn had een prachtig gedicht voor zijn moeder tijdens de herdenking. Fijne buurvrouw die zich niet klein laat krijgen. Te gek dat ze dat gevoel nog altijd moet hebben.

  4. Tine de Jong

    Er moet hier tolerantie zijn voor een ieder maar daar is hier helaas ook nog weinig van te merken. Voor mij is een ieder gelijk en aan discriminatie doe ik niet aan mee. Heel mooi lied van Boudewijn ook. Lang niet meer gehoord. Wens je mooie dagen toe Hans.

  5. Melodyk

    Een Nederlander is al lang geen Kaaskop met blond haar en blauwe ogen meer… als hij dat ooit al was….

    Lieve buren zijn belangrijk… ongeacht hun afkomst

    en ja kleinkinderen niet hebben vind ik ook een gemis (al ben ik biologisch dan wel oma)

  6. Bertie

    Leuk. Gezellig ook.
    Op school kon je nog Javaanse liedjes horen en Indonesische verhalen, het boek MaxHavelaar, enzovoorts.

  7. Dimario

    Dat mensen in deze tijd nog worden uitgescholden voor uiterlijk en afkomst is toch niet normaal. Leuk dat jij tenminste wel normaal contact met haar hebt, dat zal haar goed doen.

    Love As Always
    Dimario

  8. Sjoerd

    Ik heb vroeger hele fijne contacten met deze mensen gehad, Er zaten diverse kinderen bij mij in de klas waar ik regelmatig thuis kwam. Nooit was deze mensen iets teveel en altijd even vriendelijk.

  9. Lies

    We zijn toch gewoon allemaal mensen, Hans.
    ‘k Vermoed, 1964, zag ik Boudewijn voor ’t eerst in de Stadsschouwburg in Brugge. Gelijkend, als ik in m’n verleden graaf…!
    Lie(f)s.

  10. Karel

    mogge Hans
    ja er zijn nog steeds veel (voor)oordelen naar en over deze mensen toe
    wat een broekkie was Boudewijn daar zeg 🙂 en Wieteke de schat ook nog een meiske , prachtig

    geniet de dag

Reacties zijn gesloten.