Categoriearchief: algemeen

Fikkie steken, het uur u.

Het vervolg van gisteren, het Kattepad had een magische aantrekkingskracht op ons.
Op een ochtend, misschien wel vakantie of op een zaterdag, gingen mijn broer en ik naar het kattenpad,
de sloot was net gedempt, dus we konden via de schuur zo oversteken.
Als kind is het een uitdaging om dingen te doen die je van huis uit niet mag doen.
Zo gingen wij dus ons avontuur te gemoed, op de braak liggende terreintjes gingen we aan het struinen.
Klompen en een overal aan, zo zag onze moeder ons het liefst, scheelde bergen wasgoed.
Op een zeker moment, kregen we het idee om een vuurtje te stoken, nou aan brandstof geen gebrek.
Oud droog hout, van de oude woningen, kartonnen displays uit de winkels er lag meer dan genoeg.
Dus wij een vuurtje gemaakt, nee nog geen vreugdevuur, gewoon een klein vuurtje.
Op een zeker moment, horen we onze moeder roepen dat het etenstijd was.
Mijn broer trapt het vuur uit en ik gooi er een pak met kartonnen displays boven op.
Wij naar huis, stinken naar de rook en zwart van het roet.
Nou kleden jullie je maar buiten uit zei moeder, wat hebben jullie aan de hand gehaald?
Ach, niks mam, gewoon gespeeld op het Kattepad.
Weer enigszins schoon zaten we aan tafel te eten en opeens horen we sirenes.
Dat is de brandweer roept mijn moeder, wat hebben jullie uitgevreten!
Niks man, mogen we gaan kijken, nou vooruit.
Wij door de schuur over de gedempte sloot, we voelden de bui al hangen.
Ja, hoor een flinke brand op het terrein waar wij net fikkie hadden gestookt.
politie, brandweer, ze maakte een grote indruk op ons, we zijn ook niet echt dicht bij gekomen om te kijken,
we wisten het zo wel wat er was gebeurd.
We zijn weer snel de schuur in gegaan en hebben ons die dag niet meer vertoond op het Kattenpad.
Onze moeder vroeg nog, zijn jullie nu al terug?
Ja, het vuur was al uit.


Groepsfoto voor de brandweerkazerne achter de kerk, sorry heren voor de overlast.
Sommige kende ik toen persoonlijk, denk dat er nog weinig in leven zijn.


Achterzijde van het spuithuis van de Vrijwillige Brandweer Krommenie.
Rechts de droogtoren voor de brandweerslangen,
links een fragment van de Nederlands Hervormde kerk.
bron Foto’s: archief Zaanstad.

Fikkie steken.

Eigenlijk is dit verhaal een vervolg op het verhaal over “wespen” van vorige week 21 januari.
Alleen dit verhaal is al jaren eerder gebeurd.
Om het verhaal te ondersteunen moeten we terug naar de jaren 30 van de vorige eeuw, en moet je eerst maar de foto’s bekijken.
De Evenwichtstraat werd vroeger het Kattepad genoemd.
Daar stonden zoals gewoon was houten Zaanse woningen, veel van deze woningen hadden toen al hun beste tijd gehad.
deze woningen, zakte in of werden gesloopt, zo ontstonden er lege plekken tussen de bestaande woningen.
Deze lege plekken werden door de omgeving dankbaar gebruikt om hun rotzooi te dumpen, boven op het nog aanwezige hout van de woningen.
Als je de tweede foto bekijkt zie je dat nu, zeg maar 80 jaar later nog steeds niet alle kavels zijn bebouwd en deze door de bewoners worden gebruikt als parkeerplaats.
De eerste twee houten woningen zijn nog origineel, dat zijn ook de eerste twee houten woningen op de eerste foto.
De twee stenen woningen stammen uit de jaren 50, daar stonden woningen twee, drie en vier die helemaal verzakt zijn.
Dan heb je een stuk braak liggend terrein, daar stond dus woning 5.
En dan de volgende woning is ook nog uit de begin jaren dat het Kattepad is bebouwd, woning zes.
Links waar de bosjes staan, was dus de beruchte stinksloot.
Laat dit beeld op je inwerken, en verplaats je dan naar de tweede helft van de zestiger jaren.
Dan zal ik je morgen vertellen over ons avontuur.


Het Kattepad 1930 bron: archief.zaanstad.


Het Kattepad 2016

Wespen.

Wespen waren er ook al in mijn jeugd, ja echt waar.
Het was augustus en mijn broer, vriend en ik we zouden een jaar of 12, 13 zijn geweest, gingen wespen bestrijden.
Achter ons huis was vroeger een sloot geweest, deze sloot stonk zomers vreselijk, toch deed men er vroeger de was in en het laboratorium van de Linoleumfabriek loosde ook gewoon daar zijn afvalwater in.
Maar die stink sloot was gedempt en daar was een voetpad van gemaakt.
Nu hadden we thuis veel last van wespen en achter onze schuur, aan het voetpad stond een oude schuur en daar hadden we wespen een nest tussen het oude hout gemaakt wat op de grond lag.
Wij zouden het op onze manier oplossen en het nest in de fik steken, onze ouders wisten natuurlijk niets van ons snode plan.
Flinke rookwolken en vlammen deden hun vernietigende werk, er lag van allerlei afval wat wel wilde fikken.
Opeen riep vriendje, ik hoor de politieauto, was toen nog een blauwe VW bus.


Wij op de loop, over de schutting bij de buren, door de tuin en ladder tegen de poort gezet en wij er over heen.
Daar stonden we in onze schuur, te hijgen, en aan de andere kant van het hout hoorde wij de agent schelden.
Hij was een beetje dik en in zijn haast was hij ook de ladder opgeklommen maar over het hoofd gezien dat er een sport weg was, hij had zich blijkbaar verstapt en was vast komen te zitten tussen de sporten.
Zijn collega heeft hem bevrijd en wij!
We hebben er nooit meer iets van gehoord.

Blue Monday.

Is dit jaar “Blue Monday” op de verkeerde dag gevierd?
Als je al over vieren kunt spreken, het is meer ondergaan.
“Blue Monday” of te wel de depri-maandag is de naam gegeven aan een datum voor de meest deprimerende dag van het jaar, elk jaar weer.
De bedenker van “Blue Monday” is de Britse psycholoog Cliff Arnall.
Hij bedacht tien jaar terug naar zijn eigen zeggen een formule, die ook nog eens een wetenschappelijk verantwoord was.
Uit deze formule zou blijken dat de maandag van de laatste volle week van januari de dag is waarop de meeste mensen zich treurig, neerslachtig of weemoedig voelen.
Gelukkig valt deze dag dit jaar op 25 januari, volgens de media was het al afgelopen maandag de achttiende.
Maar als dat zo is heb ik mooi deze depri-maandag gemist, wat kan een mens zich gelukkig voelen.
Stel je voor dat je onvoorbereid zou merken dat het “Blue Monday” is, je zou je diep ongelukkig kunnen voelen op deze dag.
Maar goed, waarom is “Blue Monday” bedacht, misschien blijf je gelukkig als je dat nu juist niet zou weten en het helemaal aan je voorbij laten gaan.
Wil je het geluksgevoel vasthouden dan moet je maar stoppen met lezen.
Maar “Blue Monday” heeft verschillende oorzaken, het zou te maken hebben met het feit dat goede voornemens mislukt zijn, je salaris niet is gestegen en de vakantie ver weg lijkt.
Daarnaast zijn de dagen nog lang donker en sober, ik smeer het je wel in hoor, en dan is de maandag voor veel mensen de eerste dag van de werkweek.
Arnall werd haast depressief omdat hij vanuit academische kringen werd overladen met kritiek.
Maar desondanks de negatieve gevoelens die “Blue Monday” oproept wordt er jaarlijks kritiekloos veel aandacht aan besteed.
Je bent gewaarschuwd, dus je telt voor twee.


Ach, ga toch weg met je gezeur.

Kolenkachel

Gisteren herinneringen opgehaald over de warme zakdoek, gevuld met moederliefde.
Daar schreef ik ook over de kolenkachel.
De tijd van de kolenkachel ligt nog niet zo ver achter ons, en als kind bracht ik heel wat uurtjes rond de kolenkachel door.
Deze was het middelpunt van gezelligheid in de koude winter maanden.
Kan me ook nog goed herinneren dat de laatste mijn in Limburg werd gesloten, dat gaf bij veel mensen een schok.
Op de weblog van bvision.nl kun je daar regelmatig over lezen.(klik hier voor meer informatie.)
Zo kan ik me nog herinneren dat voor de winter de kolenboer het kolenhok kwam vullen.
De mannen liepen met de zakken met kolen, zelf waren ook altijd zwart van het kolengruis.
Zo moest altijd als de kachel was bijgevuld met een kitjekolen, het kolenkitje ook weer gevuld worden.
Dat werd altijd door onze ouders gedaan, ’s avonds deed mijn vader dat met het laatste kolenkitje.
Maar als de winter streng was of langer duurde raakte de kolen voorraad op, dan moesten de kolen van achter uit het kolenhok worden geschept.
Ik zie mijn vader nog gaan, jas aan, alpinopetje op en dan zat hij voor de helft in het kolenhok.
Eigenlijk wel een komisch gezicht.
Zo waren mijn ouders best wel blij met de komst van het aardgas.
Toen hoefde onze vader niet meer aan het einde van de winter het kolenhok, die achter het huis stond, in te kruipen om een kitje kolen te scheppen.
Maar het snorren van de kolenkachel zal ik nooit vergeten.


Op het kolenhok tijdens Koninginnedag 1965, ik was verkleed als schoorsteenveger.